-------------------------------------------------------
Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger
-------------------------------------------------------
= zwart | |
= rood | |
= grijs | |
= naturel | |
= geel | |
= 1 av naturel | |
= Zet 2 st op een kabelnld en hou deze achter het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld | |
= Zet 2 st op een kabelnld en hou deze voor het werk, 2 st recht, 2 st recht van de kabelnld |
Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.
Deze stap-voor-stap instructie kan tevens behulpzaam zijn:
Waarom is de stekenverhouding zo belangrijk?
De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.
De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.
De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.
Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet
Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt
Hoe weet ik hoeveel bollen ik nodig heb?
De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.
Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.
LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?
Wat zijn de garengroepen?
Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.
Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep
Hoe gebruik ik de garenvervanger?
Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).
Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.
Waarom staan er garens in de patronen die niet meer leverbaar zijn?
Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.
Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.
Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.
What size should I knit?
Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.
U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.
Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen
Waarom krijg ik de verkeerde stekenverhouding met de aangegeven naalddikte?
De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.
Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.
Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding
Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding
Waarom wordt het patroon van boven naar beneden gereid?
Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.
In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.
Hoe brei ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.
Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.
Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?
Hoe haak ik volgens een telpatroon?
Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.
Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.
Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.
Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.
Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.
Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken
Hoe brei/haak je verschillende telpatronen tegelijkertijd op dezelfde naald/toer
Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.
De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest
Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest
Waarom zijn de mouwen korter in de grotere maten?
De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.
Waar op het kledingstuk wordt de lengte gemeten??
De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.
Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.
Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen
Wat is een herhaling?
Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.
Waarom begint het werk met meer lossen dan waarmee gehaakt wordt?
Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.
Waarom meerderen voor de boord als het werk van boven naar beneden gebreid wordt?
De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.
Waarom meerderen in de afkantrand?
Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.
Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen
Hoe meerder/minder je afwisselend op elke 3e en 4e naald/toer?
Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.
Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend
Hoe kan ik een vest in de rondte breien, in plaats van heen en weer?
Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.
Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen
Kan ik een trui heen en weer breien in plaats van in de rondte?
Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.
Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?
Waarom is het patroon een beetje anders dan wat ik op de foto zie?
Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.
Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!
Hoe verander ik een kledingstuk voor dames in eentje voor heren?
Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.
Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.
Hoe voorkom ik dat een harig kledingstuk gaat pillen of pluizen?
Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.
Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:
1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt
2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.
3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.
4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.
Waarom pilt mijn kledingstuk?
Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.
U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.
DROPS 19-16 |
|||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
DROPS Dames- of herentrui met Noorse motieven van “Karisma”. Maat S – L.
DROPS 19-16 |
|||||||||||||||||||||||||
Steekverhouding: 20 st x 26 nld met Karisma op breinld 4 mm volgens teltekening M.1 = 10 x 10 cm. 22 st x 27 nld op breinld 4 mm volgens teltekening M.2 = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig dikkere of dunnere naalden. Brei altijd een proeflapje! Boordsteek: 1e nld: * 1 verdraaid r, 1 av *, herhaal steeds *-*. 2e nld: * 1 r, 1 av *, herhaal steeds * -*. Herhaal steeds de 1e en 2e nld. Patroon: Zie teltekening M.1 – M.4 B. (1 keer de teltekening = 1 rapport). De teltekening geeft het motief weer aan de goede kant. Zowel de heengaande als de teruggaande nld zijn weergegeven. De Nederlandse verklaring van de symbolen in de teltekening staan onderaan dit patroon, in dezelfde verticale volgorde als de symbolen bij de teltekening. Brei M.1, 3 en 4 in tricotsteek. Panden: Brei na de boordsteek volgens teltekening M.1 (begin bij de pijl aan de zijkant!), brei daarna M.2 en meerder tegelijkertijd 2 st bij ieder rapport = 266-280-294 (280-308) st. Brei vanaf een hoogte van 29-30-31 (34-36) cm (na een heel patroon van M.2) volgens M.3 en minder tegelijkertijd 2 st bij ieder rapport = 228-240-252 (240-264) st. Brei daarna verder volgens M.4 (begin bij de pijl, brei st van het voorpand, begin opnieuw bij de pijl en brei de st van het achterpand). N:B: M.4 Heren: brei eerst M.4 A en daarna M.4 B. Panden: Brei de trui rond op de rondbreinld. Knip de st in de armsgaten later door. Zet 170-178-184 (190-200) st op met rondbreinld 2,5 mm en naturel. Brei 6 (7) cm boordsteek. Wissel naar rondbreinld 4 mm. Brei verder volgens het patroon - zie hierboven. Meerder gelijkmatig verdeeld in de 1e nld: 58-62-68 (50-64) st = 228-240-252 (240-264) st. Meerder bij een hoogte van 30-31-31 (35-37) cm aan weerszijden 5 st voor de armsgaten. (Deze st zijn om later door te knippen. Brei de st niet mee in het Patroon). Let op de steekverhouding. Kant, als er nog 8 (12) nld van het laatste patroon gebreid moeten worden (de hoogte is nu ca 57-58-59 (60-62) cm) de middelste 38-40-40 (38-40) st voor af voor de hals. Brei het werk verder heen en weer op de breinld. Kant daarna aan beide halszijden af: 1 keer 2 st en 2 keer 1 st – kant, als er nog 3 nld gebreid moeten worden, de middelste 46-48-48 (46-48) st achter af. Kant de resterende st af na de laatste patroonnld. De hoogte is nu ca 60-61-62 (65-67) cm. Mouwen: Zet 44-46-46 (48-50) st op met breinld zonder knop 2,5 mm. Brei rond. Brei 5 cm boordsteek. Wissel naar breinaalden zonder knop 4 mm. Brei verder volgens teltekening M.1. Meerder gelijkmatig verdeeld in de 1e nld (let er op dat er één rapport midden op de mouw komt): 14-14-16 (12-12) st = 58-60-62 (60-62) st. Brei na M.1 volgens M.2. Meerder tegelijkertijd tussen iedere kabel 2 st ( = + 10 st) – Meerder bovendien midden in de ondermouw 37-37-37 (37-36) keer 2 st in alle Damesmaten: om en om iedere 2e, 2e en 3e nld, Heren: om en om iedere 2e, 3e en 3e nld = 142-144-146 (144-144) st – brei de gemeerderde st mee in het patroon. Kant bij een hoogte van 41-41-40 (46-44) cm per kabel 2 st af ( = - 22 st) = 120-122-124 (122-122) st over op de breinld. Brei verder volgens M.3 (let er op dat er één rapport midden op de mouw komt). De hoogte is na M.3 ca 50-50-49 (55- 53) cm. Brei nog 5 nld averechte tricotsteek met donker grijs voor het beleg over de knipranden van de panden. Kant alle st losjes af. Afwerken: Rijg een merkdraad midden in de gemeerderde st aan de zijkant bij de armsgaten. Werk met de naaimachine (bijvoorbeeld zigzagsteek of locksteek) de zomen rond de merkdraden af: 1e zoom = ½ st van de merkdraad, 2e zoom= ½ st van de 1e zoom. Knip de st in de armsgaten door. Sluit de schoudernaden. Naai de mouwen in de trui aan de goede kant als volgt: naai om en om 1 st van de laatste rechtgebreide nld van de mouw voor het beleg en 1 st van de panden naast de machinale zoom. Keer de trui met de verkeerde kant naar buiten. Zoom het beleg van de mouwen over de knipranden op de panden. Neem rond de hals ca 100 st op met naturel. Brei 7 cm boordsteek. Kant alle st af. Sla de rand dubbel naar binnen en zoom deze vast. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Met meer dan 40 jaar ervaring in brei- en haakdesign biedt DROPS Design één van de meest uitgebreide collecties van gratis patronen aan op internet vertaald in 304 talen. Tot en met vandaag hebben wij 11422 boeken en 11129 patronen gepubliceerd.
Wij werken hard om u het beste van haken en breien te bieden; patronen, inspiratie, advies en natuurlijk garens van uitstekende kwaliteit voor de allerbeste prijzen! Wilt u onze patronen gebruiken voor meer dan privégebruik? U kunt lezen wat wel en niet is toegestaan is in de Copyright tekst, die u onderaan elk patroon kunt vinden. Veel handwerkplezier!
Opmerkingen / Vragen (10)
Mia wrote:
Hei! Jeg er ny på å lese oppskrifter med fletter og jeg står fast på ermet. Jeg forstår ikke helt dette: Etter M.1 strikkes M.2 samtidig som det økes 2 m mellom hver flette (+ 10 m). Skal jeg øke 2 m mellom hver rapport i hver omgang til arbeidet måler 41cm? Eller skal jeg økte 2m på hver 4 omgang når jeg strikker selve fletta? (I tillegg til de 2 økningene midt under ermet?
09.03.2023 - 21:41Charlaine wrote:
Pour le M1, il est possible que je nai pas inversé le diagramme comme j'aurais du le faire (mon pull est fond gris et motifs couleur). L'erreur qui est finalement la mienne. Pour le M2, j'ai persisté à interpréter les points noirs comme une couleur et non un fond blanc. Des carrés blancs pour un fond écru aurait été plus logique. L'inversion des couleurs que j'ai choisi a compliqué la lecture des diagrammes aux couleurs déjà inversées. Merci de votre réponse aidante
29.06.2021 - 15:05Charlaine wrote:
Bonjour. Les diagrammes sont à revoir. Il faut plus se fier à la photo du pull qui n\'a pas de zoom pour vérifier le motif du bas, qu\'aux explications. Le premier a les couleurs inversées : J\'ai fait le motif du bas en négatif. Second motif : il faut comprendre que ce sont des mailles envers et endroit pour faire les torsades. Je dois déjà détricoter la bande grise que j\'ai en bas du corps.
29.06.2021 - 09:08DROPS Design answered:
Bonjour Charlaine, j'ai peur de ne pas vous suivre - dans la légende du diagramme, il est bien indiqué le gris (= case vide) et l'écru (point noir) - les mailles envers en écru sont notées par le 6ème symbole (torsades de M.2)- ai-je loupé une information?
29.06.2021 - 09:23Jette Østerby wrote:
I damemodellen, mønster 2, er jeg i tvivl om hvordan jeg skal "læse" snoningen, diagram forklaringens tegn mener jeg vender forkert og kan det passe at der er 7 omgange mellem snoningerne?
16.02.2015 - 11:30DROPS Design answered:
Hej Jette. Diagramtegningen var rigtig nok vendt paa hovedet, det er rettet nu. Og ja, efter förste snoning har du 7 pinde imellem hver (4 pinde för den förste og derefter gentage M.2 = 7 pinde)
18.02.2015 - 11:43Marcia wrote:
My problem with the woman's chart is not the decreases, that I understand. The chart does not seem to me to be correct asto the actual diagram of the flowers. Somehow I don't think that if I did the diagram I would not get the end result of the flowers as shown in the picture. It is not the decrease but the actual The dots are so big and sloppy that at times one has trouble distinguishing the dot from the block for the yellow.
03.03.2014 - 16:30DROPS Design answered:
You work 1 st in yellow on row 8 in chart, then 3 rows where the yellow is in the middle of the flower and then again 15 rows later. These stitches can also be worked in gray and then embroidered onto afterward.
03.03.2014 - 22:42Msrcia wrote:
I realize why you increase the stitches. It is the next chart after the cable one. That is the first set of flowers. Also the main woman's chart of the main section is difficult. The dots and black squares are poorly printed. Thank you again. Where can I find the clearer charts or should I wait for your checking of the diagrams?
03.03.2014 - 16:17Marcia Greenberg wrote:
Pattern 19-16 M3 after the cable section does not seem to match the first pattern above the cable section in the woman's sweater. Also as I mentioned before the woman's 4 is not very clear especially the yellow sections as opposed to the off white. That chart seems sloppily done. I would love to do this sweater so if possible would love the charts to be corrected. Am I right that the charts are confusing and in one section wrong? Please answer me in English. Sincerely Marcia Greenberg
03.03.2014 - 00:20DROPS Design answered:
Dear Mrs Greenberg, we will check diagram asap. For M2, as stated under "Pattern body piece), you inc 2 sts in each repeat on 1st row in M.2 then dec 2 sts in each repeat on 1st row in M.3, so that cables and pattern have the same width. Happy knitting!
03.03.2014 - 10:10Marcia Greenberg wrote:
The diagram's different colors are difficult to read in the chart itself. I am having trouble figuring out where the yellow color goes
28.02.2014 - 19:33DROPS Design answered:
Dear Mrs Greenberg, there are now larger diagrams. Happy knitting!
03.03.2014 - 14:58Elly wrote:
Dank je, ik ga hem zeker breien want ik vind hem heel mooi.
10.10.2013 - 10:17Elly wrote:
Ik vind dit een hele mooie dames trui, alleen vind ik het telpatroon heel onduidelijk erop staan. Zie niet welk M1-M2-M3-M4 is.
07.10.2013 - 19:01DROPS Design answered:
Het eerste telpatroon (van links) is mønster 4 (= M.4) en het telpatroon in het midden, staat er M.1, M.2 en M.4 aan de zijkanten.
07.10.2013 - 20:48