Daisy Fields Cardigan |
|||||||||||||
|
|
||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Safran of DROPS BabyMerino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met raglan en kantpatroon. Maten S - XXXL.
DROPS 249-8 |
|||||||||||||
------------------------------------------------------- UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht, aan zowel de goede als de verkeerde kant. 1 ribbel in de hoogte = brei 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat. Het telpatroon toont alle naalden in het patroon aan de goede kant gezien. Wanneer u meerdert voor de raglan op de mouwen, breit u de nieuwe steken in patroon zoals te zien is in A.1; dus brei de steken in tricotsteek tot er ruimte is voor een hele patroonherhaling. De steken die niet in het patroon passen worden in tricotsteek gebreid. TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld meerderen): Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, welke gedraaid averecht wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen. TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (zijkanten van het lijf): Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid! Meerder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 4 steken) maak 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek. RAGLAN: Meerder voor de raglan voor/na 2 tricotsteken (raglansteken) in elke overgang tussen het lijf en de mouwen (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) als volgt: MEERDER 1 STEEK: Voor de raglansteken: Brei tot er 1 steek over is voor de markeerdraad, neem de draad op tussen 2 steken vanaf de achterkant, plaats het op de linker naald en brei de steek recht (= 1 gemeerderde steek). Na de raglansteken: Brei tot 1 steek voorbij de markeerdraad, neem de draad tussen 2 steken op vanaf de voorkant, plaats deze op de linker naald en brei de steek gedraaid recht (= 1 gemeerderde steek). MEERDER 2 STEKEN: Voor de raglansteken: Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, neem de draad tussen 2 steken op vanaf de achterkant en zet deze op de linker naald en brei de steek recht. Brei 1 recht, neem de draad op tussen 2 steken vanaf de achterkant, zet deze op de linker naald en brei de steek recht (= 2 gemeerderde steken). Na de raglansteken: Brei tot 1 steek voorbij de markeerdraad, neem de draad op tussen 2 steken vanaf de voorkant, zet deze op de linker naald en brei de steek gedraaid recht. Brei 1 recht, neem de draad tussen 2 steken op vanaf de voorkant, zet deze op de linker naald en brei de steek gedraaid recht (= 2 gemeerderde steken). TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek. KNOOPSGATEN: Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant), de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald na de hals gebreid. De andere 5-5-5-6-6-6 knoopsgaten worden daarna gebreid met ongeveer 8½-9-9-8-8-8½ cm tussen elk. Het onderste knoopsgat wordt in de overgang tussen de tricotsteek en de boordsteek gebreid. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK. Het patroon gebruikt zowel lange als korte naalden; begin met de lengte die past bij het aantal steken en wissel indien nodig. De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. Als de pas klaar is, wordt het werk verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid, terwijl de mouwen wachten. De mouwen worden in de rondte gebreid. HALS: Zet 138-138-146-154-162-170 steken op met rondbreinaald 2.5 mm en DROPS Safran of DROPS Baby Merino. Brei boordsteek als volgt, met de eerste naald aan de verkeerde kant: 6 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, boordsteek (2 averecht, 2 recht) tot er 8 steken over zijn, 2 averecht en 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 3-3-3-4-4-4 cm, met de volgende naald aan de goede kant. Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op de ene kant; de pas wordt vanaf hier gemeten. PAS: Lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en KNOOPSGATEN in de uitleg hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm, beginnend aan de goede kant en voeg 4 markeerdraden in als volgt: Brei 6 voorbiessteken in ribbelsteek, tricotsteek en meerder 3-4-7-4-1-1 steken verdeeld over de volgende 20-20-16-20-24-24 steken, 2 tricotsteken en voeg 1 markeerdraad in tussen deze 2 steken, brei tricotsteek en meerder 5-5-3-3-3-5 steken verdeeld over de volgende 18-18-26-26-26-30 steken, 2 tricotsteken en voeg 1 markeerdraad in tussen deze 2 steken, brei tricotsteek en meerder 4-6-4-6-8-8 steken verdeeld over de volgende 42 steken, 2 tricotsteken en voeg 1 markeerdraad in tussen deze 2 steken, brei tricotsteek en meerder 5-5-3-3-3-5 steken verdeeld over de volgende 18-18-26-26-26-30 steken, 2 tricotsteken en voeg 1 markeerdraad in tussen deze 2 steken, brei tricotsteek en meerder 3-4-7-4-1-1 steken verdeeld over de volgende 20-20-16-20-24-24 steken, 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Er zijn 158-162-170-174-178-190 steken (48-50-48-50-52-52 steken tussen de markeerdraden op het achterpand, 30-31-30-31-32-32 steken op elk voorpand en 25-25-31-31-31-37 steken tussen de markeerdraden op de mouwen). Brei de teruggaande naald als volgt: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, tricotsteek tot er 6 steken over zijn, 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met tricotsteek op de voor- en achterpanden en patroon op de mouwen, meerder voor de raglan als volgt in de verschillende maten. De meerderingen zijn ook verschillend op het lijf en de mouwen. MATEN S en M: Lees RAGLAN in de uitleg hierboven en de rest van deze paragraaf voordat u verder gaat. Op de volgende naald (= goede kant) brei tricotsteek op de voor- en achterpanden en telpatroon A.1 op de mouwen. Meerder tegelijkertijd 1 steek aan elke kant van de 2 raglansteken (= 8 gemeerderde steken op elke meerdernaald). Brei de eerste naald als volgt: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, tricotsteek tot er 1 steek over is voor de eerste markeerdraad (= linker voorpand), MEERDER 1 STEEK voor de raglan voor en na de raglansteken – lees beschrijving hierboven, brei A.1 (= mouw), MEERDER 1 STEEK voor en na de raglansteken, brei tricotsteek tot er 1 steek over is voor de volgende markeerdraad (= achterpand), MEERDER 1 STEEK voor en na de raglansteken, brei A.1 (= mouw), MEERDER 1 STEEK voor en na de raglansteken, brei tricotsteek tot er 6 steken over zijn, 6 voorbiessteken in ribbelsteek (= rechter voorpand) = 166-170 steken. Brei de teruggaande naald. Ga verder met tricotsteek en patroon, meerder aan elke kant van de raglansteken iedere 2e naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als u 22-25 keer voor de raglan heeft gemeerderd, zijn de meerderingen klaar op de mouwen. LET OP! Als het telpatroon klaar is in de hoogte, ga dan verder met het patroon, De steken die niet in een heel patroon passen aan elke kant worden in tricotsteek gebreid. Ga verder met meerderen op de voor- en achterpanden iedere 2e naald 2-1 keer, in totaal 22-25 keer op de mouwen en 24-26 keer op de voor- en achterpanden = 342-366 steken. Er zijn 96-102 steken op het achterpand, 54-57 steken op elk voorpand en 69-75 steken op elke mouw. MATEN L, XL, XXL en XXXL: Lees RAGLAN in de uitleg hierboven en de rest van deze paragraaf voordat u verder gaat. Op de volgende naald (= goede kant) brei tricotsteek op de voor- en achterpanden en telpatroon A.1 op de mouwen. Meerder tegelijkertijd aan elke kant van de 2 raglansteken. Brei de eerste naald als volgt: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, tricotsteek tot er 1 steek over is voor de eerste markeerdraad (= linker voorpand), MEERDER 1 STEEK voor de raglan voor en na de raglansteken – lees beschrijving hierboven, brei A.1 (= mouw), MEERDER 1 STEEK voor en na de raglansteken, brei tricotsteek tot er 1 steek over is voor de volgende markeerdraad (= achterpand), MEERDER 1 STEEK voor en na de raglansteken, brei A.1 (= mouw), MEERDER 1 STEEK voor en na de raglansteken, brei tricotsteek tot er 6 steken over zijn, 6 voorbiessteken in ribbelsteek (= rechter voorpand) = 178-182-186-198 steken. Brei de teruggaande naald. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. Nu worden de raglanmeerderingen verschillend gebreid op het voorpand/achterpand en de mouwen. Lees beide paragrafen door voordat u verder gaat. MEERDERINGEN VOOR DE MOUW: Ga verder met meerderen van 1 steek voor de raglan iedere 2e naald tot u in totaal 18-28-27-22 keer heeft gemeerderd (inclusief de meerderingen beschreven hierboven). Meerder nu 1 steek iedere 4e naald 6-2-4-7 keer. U heeft in totaal 24-30-31-29 keer gemeerderd op de mouwen. LET OP! Als het telpatroon klaar is in de hoogte, ga dan verder met het patroon, De steken die niet in een heel patroon passen aan elke kant worden in tricotsteek gebreid. MEERDERINGEN VOOR HET LIJF: Op de volgende naald (= goede kant) MEERDER 2 STEKEN voor de raglan op de voor- en achterpanden – lees beschrijving hierboven. MEERDER dan 1 STEEK voor de raglan iedere 2e naald zoals hiervoor maar iedere 10e-12e-6e-6e naald (dus, iedere 5e-6e-3e-3e meerdering), MEERDER 2 STEKEN in plaats van 1 steek. Ga zo verder tot u in totaal 29-30-34-36 keer heeft gemeerderd (6-5-11-12 keer met 2 gemeerderde steken) = 406-434-482-498 steken. Er zijn 118-120-142-148 steken op het achterpand, 65-66-77-80 steken op elk voorpand en 79-91-93-95 steken op elke mouw. ALLE MATEN: = 342-366-406-434-482-498 steken. Brei verder zonder verdere meerderingen tot de pas 17-18-20-21-23-25 cm meet vanaf de markeerdraad, met de volgende naald aan de goede kant. VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN: Brei de eerste 55-58-66-67-78-81 steken zoals hiervoor (= linker voorpand), plaats de volgende 67-73-77-89-91-93 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-10-10-12 steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei 98-104-120-122-144-150 steken (= achterpand), plaats de volgende 67-73-77-89-91-93 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-10-10-12 steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 55-58-66-67-78-81 steken zoals hiervoor (= rechter voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten. LIJF: = 224-236-268-276-320-336 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-8-10-10-12 opgezette onder elke mouw; neem de markeerdraden mee in de hoogte tijdens het breien, ze worden gebruikt voor het meerderen in de zijkanten. Brei heen en weer gebreid met tricotsteek en 6 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant. Als het lijf 5 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4½-5-4½-5-5-4½ cm in totaal 4 keer = 240-252-284-292-336-352 steken. Brei tot het lijf 26-27-26-27-27-26 cm meet en de volgende naald is aan de goede kant. Begin de boordsteek tegelijkertijd als u 38-38-46-46-54-54 steken verdeeld meerdert op de eerste naald = 278-290-330-338-390-406 steken, brei als volgt: Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm, brei 6 voorbiessteken in ribbelsteek, boordsteek (2 recht, 2 averecht – denk om de meerderingen) tot er 8 steken over zijn, 2 recht en 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Als de boordsteek 3 cm meet, kant dan ietwat losjes af met boordsteek. De top meet ongeveer 51-53-55-57-59-61 cm vanaf de schouder. MOUWEN: Plaats de 67-73-77-89-91-93 mouwsteken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-8-10-10-12 opgezette steken onder de mouw = 75-81-85-99-101-105 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8-8-8-10-10-12 steken onder de mouw. Begin op de markeerdraad en brei patroon in de rondte, zorg ervoor dat het patroon verder loopt vanaf de pas. De nieuwe steken onder de mouw worden in tricotsteek gebreid. Als u mindert onder de mouw, past u het patroon gaandeweg aan. Als de mouw 2 cm meet, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 4e naald in totaal 3-5-5-7-7-8 keer, dan iedere 11-10-7-3-3-2½ cm 4-4-5-9-9-9 keer = 61-63-65-67-69-71 steken. Brei verder tot de mouw 42-42-41-40-39-38 cm meet – pas aan zodat u tenminste 1 naald zonder patroon heeft gebreid. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 2.5 mm. Brei boordsteek (2 recht, 2 averecht), Meerder tegelijkertijd 3-5-7-5-7-5 steken verdeeld op de eerste naald = 64-68-72-72-76-76 steken. Als de boordsteek 4 cm meet, kant dan ietwat losjes af met boordsteek. De mouw meet ongeveer 46-46-45-44-43-42 cm. AFWERKING: Naai de knopen op het linker voorpand. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (7)
Hannah Sepers wrote:
Hi , is de volgorde van het patroon ook de volgorde van breien ? Ik vind de volgorde ingewikkeld om te volgen.
22.05.2024 - 21:21DROPS Design answered:
Dag Hannah,
Ja, dat klopt. Je kunt het patroon van boven naar beneden lezen en tegelijkertijd beginnen met breien. Er staan eerst een aantal algemene instructies waar je rekening mee moet houden en vervolgens begint het daadwerkelijke breien onder 'Begin het werk hier'.
26.05.2024 - 15:54Alice wrote:
Voor de steekverhouding wordt 24 steken en 22 naalden opgegeven voor 10x10 cm. De wikkel van het garen geeft 24 steken en 34 naalden aan. Dit zou kunnen kloppen met mijn proeflapje.
20.03.2024 - 18:14Marjan wrote:
Hallo, Wat is de 2e naald? Is dat heen en weer gebreid en dan de 2e naald. Of is heen en weer gebreid 1 naald?
09.03.2024 - 19:01DROPS Design answered:
Dag Marjan,
Heen en weer gebreid is 2 naalden.
10.03.2024 - 09:47Erna wrote:
Cool breezes
22.01.2024 - 08:32Heike wrote:
Kamillentraum
18.01.2024 - 17:40Ann-Christine Corneliusson wrote:
Super snygg
18.01.2024 - 16:33Ann-Christine Corneliusson wrote:
Vill jag äga
18.01.2024 - 16:32